Noem de kenmerken van actieve en passieve zinnen
Antwoord:
Karakteristieke kenmerken zin actief:
- Het onderwerp in de actieve zin is degene die de actie uitvoert. Voorbeeld:
- moeder maken taart (onderwerp=Moeder die actie doet=maken)
- Woord Doen werk in de bibliotheek (subject=Woord doet actie=doen)
- Dirham Speel piano in de woonkamer (onderwerp=Dirham actie doen=spelen)
- Predikaatelementen krijgen meestal het achtervoegsel me- of ber-. Voorbeeld:
- zus rijden fiets (predikaat heeft het achtervoegsel ik-)
- Aldi drinken Dat water (predikaat aangebracht op mij-)
- Ani vertelt een verhaal in het bijzijn van haar vrienden (predikaat met ber-)
- Heeft een S-P-O of S-P-O-K patroon. Voorbeeld:
- Papa brengt cadeautjes (S-P-O patroon)
- Mijn zus koopt fruit op de markt (S-P-O-K patroon)
Passieve zinskenmerken:
- Het onderwerp van de passieve stem is degene die de baan krijgt. Voorbeeld:
- Taart gemaakt door moeder (subject=Cookies zijn onderhevig aan werk/daden=gemaakt)
- De taak gedaan Woorden in de bibliotheek (onderwerp=de opdracht is toegewezen aan werk=te doen)
- Piano gespeeld Dirhams in de woonkamer (onderwerp = pianowerk = gespeeld)
- Het predikaatelement krijgt meestal het achtervoegsel di-, ter-, ke-an of ter-kan. Voorbeeld:
- Fiets rijden Zus (predikaat aangebracht in-)
- dat water drinken door Aldi (predikaat aangebracht ter-)
- De strijd nu verwaarloosd (predikaat aangebracht)
- Wij vermoeidheid erop wachten (predikaat aangebracht op-an)
- Het object in de lijdende vorm is het onderwerp in de actieve zin. Voorbeeld:
- Souvenirs gebracht Vader
- Fruit gekocht zus op de markt
- Het wordt meestal aangegeven door de aanwezigheid van woord door, hoewel dit woord, wanneer het wordt weggelaten, de betekenis van de zin niet verandert. Voorbeeld:
- Televisie gekeken door opa
- De groenten zijn geplukt door moeder
Dit zijn de kenmerken van actieve en passieve zinnen. Zou handig kunnen zijn.