Geef een voorbeeld van een voorzetsel dat richting uitdrukt
Antwoord:
Voorzetsels die richting aangeven zijn to, to, to, will. Hieronder volgen voorbeelden van zinnen waarin voorzetsels worden gebruikt die richting aangeven:
- In de komende maand Ramadan, mama en papa zullen ga eh.
- Mama verzekerde ons dat papa dat zou zijn zullen ga naar huis voor Eid.
- Volgend weekend plant ons gezin een vakantie naar Indrayanti-strand.
- Ik neem mama mee uit naar markt voor het winkelen voor keukenbehoeften.
- We rapporteren alle afwijkingen in de financiële overzichten financial naar financiële accountants.
- Burgers melden corruptie door het hoofd dorpnaar de autoriteiten.
- Alle leden zijn het erover eens naar het besluit van de voorzitter om ter zake een spontane vergadering te houden.
- Ik en mijn broers zijn nooit bang naar alles wat de waarheid in de weg staat.
- De massa begint te bewegen naar richting van het staatspaleis om hun aspiraties te uiten.
- Hij vergat nooit het ongeluk dat zijn gezin had weggevaagd.
Dat zijn enkele voorbeelden zinwoord voorkant die richting aangeeft.